Predikant en ‘Opting-in’

Lees hier eerst wat de opting-in regeling inhoudt

Wanneer is opting-in interessant?

Hier zijn geen eenvoudige antwoorden te geven. Het is altijd een kwestie van rekenen. Zie hiervoor het voorbeeld van het waarde vrij wonen en de opting-in regeling. Hieruit blijkt, dat een opting-in regeling interessant kan zijn voor een predikant die in een dure pastorie woont. Verder kan opting-in interessant zijn in de jaren, waarin een predikant een onbelaste vergoeding kan krijgen, zoals een onbelaste jubileumgratificatie.

Nadeel opting-in regeling?

Een opting-in regeling is nadelig voor een predikant die hoge beroepskosten heeft. Als pseudo-ondernemer heeft hij zelf controle en initiatief over zijn kosten. Hoe meer kosten, hoe meer hij kan aftrekken. In de opting in regeling heeft de predikant vaste vergoedingen, waar kosten tegenover staan (deze moeten overigens wel aangetoond worden: administratieplicht voor predikant en kerkenraad!). Maakt hij meer kosten dan kan hij deze niet extra aftrekken.

De administratie

Veel predikanten zullen het een voordeel vinden dat bij een opting-in regeling de administratie druk zal afnemen. Dat zal ook zo zijn. Alleen die druk blijft wel, maar verschuift naar de kerkenraad. En ook de predikant heeft in de opting-in regeling nog wel een administratieplicht, namelijk om de onkostenvergoedingen aannemelijk te maken.

De kerkenraad heeft die verantwoordelijkheid ook en kan hiervoor gecontroleerd worden door de inspecteur van de belastingdienst. Heeft de kerkenraad de administratie niet op orde, dan kunnen er vervelende toestanden ontstaan, tot boetes toe. Er zijn voorbeelden van kerkenraden die niets bijhouden en achteraf de administratie moeten aantonen.

Soms ondervindt ook een predikant hier hinder van, omdat hij zijn administratie (onkosten) met terugwerkende kracht moet laten zien. Er zullen deskundige mensen in de kerkenraad/kerkrentmeesters/administratie moeten zitten om de opting-in regeling soepel te laten verlopen.

Het extra werk voor de kerkrentmeesters/kerkvoogdijen

Het gevolg van opting-in is dat de kerkrentmeesters loonbelasting op het traktement en de belaste onkostenvergoedingen inhouden en afdragen. De BCP houdt loonbelasting in over het door hen uitbetaalde deel. Het gaat om loonbelasting én om de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet ad 5,65%. Er ontstaat geen verzekeringsplicht (of inhoudingsplicht) voor werknemersverzekeringen zoals Werkloosheidswet en WIA: de predikant is geen werknemer.

Onkosten mogen onder voorwaarden belastingvrij worden vergoed. Vrije vergoedingen zijn: “vergoedingen voor zover geacht kunnen worden te strekken tot bestrijding van kosten, lasten en afschrijvingen ter behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking” en “andere vergoedingen voor zover zij naar algemene maatschappelijke opvattingen niet als beloningsvoordeel worden ervaren”. Is een onkostenvergoeding volgens deze regels geheel of gedeeltelijk belast, dan moet de inhoudingsplichtige, de kerkrentmeesters, daarover loonbelasting inhouden.